
Clichés en drukkersbenodigheden

Clichés
Om afbeeldingen te kunnen drukken, maakte Werkman gebruik van clichés. Die werden geproduceerd in clichéfabrieken. Voor het maken van clichés wordt een negatief van de afbeelding op een zinken of koperen plaat gelegd die met een lichtgevoelige laag is bedekt. Door een chemisch procedé ontstaat hoogteverschil tussen verschillende delen van de afbeelding.
De hogere delen worden bedekt met inkt, de lagere delen, door het hoogteverschil, niet. Op deze manier wordt de afbeelding zichtbaar wanneer die afgedrukt wordt op papier. Deze techniek noem je hoogdruk. Op dezelfde manier worden zetsels met lettermateriaal afgedrukt.
De in deze vitrine gepresenteerde clichés zijn overgeleverd uit de drukkerij-inventaris van Werkman. Ze zijn op een stuk hout of lood bevestigd om ze op de juiste hoogte te brengen. Zo kunnen ze worden ingevoegd in het letterzetsel en kan er in één keer een pagina met tekst en afbeeldingen worden afgedrukt.
Drukkersbenodigdheden
Naast clichés zijn er twee benzinespaarkannen uit de drukkerij te zien, een mechanische teller, een vetspuit en een doosje met een numeroteur. Met dit soort objecten is Werkman vermoedelijk regelmatig in de weer geweest in zijn drukkerij.
Marije Sennema
met dank aan Anneke de Vries, Kees van der Ploeg, Gert Klungel en Bert Loos
4. In de twee benzinespaarkannen werd oplosmiddel bewaard om de drukvorm schoon te maken na het drukken. Om de vloeistof eruit te laten lopen, moest je het tuitje indrukken. Het schoonmaakmiddel, een mengsel van benzine en alcohol, staat ook bekend onder de naam ‘drukkerstroost’.
5. De mechanische teller werd in een Heidel- berger-machine ingebouwd om de oplage te kunnen tellen. In 1937 schafte Werkman een Heidelberger Drukautomaat aan, hier gepresenteerd op zaal, waarin ook nog een mechanische teller is te zien.
6. De vetspuit werd gebruikt voor het smeren van (bewegende) onderdelen van machi- nes. Er zijn zogenaamde smeernippeltjes in de machines waar het uiteinde van de spuit tegenaan kan worden gezet om het mechanisme achter het smeernippeltje te smeren.
7. In dit doosje werd vermoedelijk een numeroteur bewaard. Numeroteurs zijn cijferstempels waarmee je documenten uniek kunt nummeren. Bij elke stempel of drukgang verspringt de nummerreeks automatisch naar het opvolgende getal. Er zijn hand-numeroteurs waarbij met de hand wordt gestempeld, maar ook auto- matische numeroteurs waarbij de cijfers verspringen door de druk van de degel of cilinder van de pers. Deze automatische numeroteur komt niet uit de drukkerij- inventaris van Werkman, maar GRID heeft wel een aantal exemplaren in de collectie.
1. Het cliché met de tekst Reitsma, Noorder- stationsstraat 46, is van architect en Ploeglid Egbert Reitsma (1892-1976). Hij woonde in de jaren twintig op dat adres. Het al bestaande pand had hij in 1920-1921 laten verbouwen naar zijn eigen ontwerp, waarbij vooral de gevel werd aangepast. De inrichting werd ook door Reitsma zelf ontworpen. Dit cliché is mogelijk gebruikt in correspondentie.
2. Op het ex libris van A.M.J.J. Geertsema is op de voorgrond een meisje of vrouw te zien met een hond aan de riem. Ze wordt omringd door bomen en kijkt naar het opspringende dier voor haar. Vermoedelijk is dit ex libris van de Groningse onderwijzeres Anna Mar- garetha Johanna Juka Geertsema (1901-1945). Hoe dit lijncliché in de drukkerij van Werkman is terechtgekomen en van wie
het ontwerp is, is nog onduidelijk.
3. De clichés ‘Zegge’, ‘Ontvangen’ en ‘Debet’ konden worden gebruikt op rekeningen en kwitanties die Werkman zowel voor zijn eigen bedrijf drukte als in opdracht van klanten.
Clichés en drukkersbenodigdheden: vanaf maart 2022

