Oorlogsjaren
1940 – 1945
Tijdens de oorlogsjaren komt er meer waardering voor Werkmans werk. Dit mede dankzij zijn vriendschap met Willem Sandberg: typograaf, ontwerper en conservator van het Stedelijk Museum in Amsterdam. De positieve aandacht moedigt Werkman aan: in de oorlogsjaren maakt hij het grootste deel van zijn druksels én hij verzorgt de vormgeving van de publicaties van De Blauwe Schuit. De redactieleden van deze clandestiene uitgeverij proberen met hun teksten, die vaak verwijzen naar de oorlogssituatie, vrienden en bekenden een hart onder de riem te steken.
Vanaf begin 1941 is Werkman verantwoordelijk voor de kleurrijke illustraties bij de uitgaven van De Blauwe Schuit. Ook zijn bekendste en meest geliefde werk, de Chassidische Legenden, is een uitgave van deze clandestiene uitgeverij. Naast deze opdrachten blijven ook reguliere opdrachten binnenkomen. Daardoor kan Werkmans drukkerij tot de laatste oorlogswinter doordraaien; in 1944 bestelt hij zelfs nog een kleine partij nieuw lettermateriaal.
In maart 1945 wordt Werkman door de Sicherheitsdienst gearresteerd. De reden is niet helemaal duidelijk. Op 10 april, enkele dagen voor de bevrijding van Groningen, wordt hij met negen anderen naar het Friese Bakkeveen gebracht. Daar wordt hij doodgeschoten en begraven.

Willem Sandberg
In mei 1941 brengt Werkman een weekend door in Amsterdam, op uitnodiging van Willem Sandberg. Hij maakt kennis met een aantal vrienden van Sandberg, die veel belangstelling tonen voor zijn druksels. Samen met Sandberg en Jan Wiegers bezoekt Werkman de kluis in de duinen bij Castricum, waar de collectie van het Stedelijk Museum in veiligheid is gebracht. Terug in Groningen verwerkt hij zijn ervaringen in een serie druksels.
De indruk die het korte verblijf op hem maakt, beschrijft hij op 20 mei 1941 in een brief aan August Henkels, één van de redacteuren van De Blauwe Schuit.
‘De heele avond werd gekenmerkt door een sfeer van aandacht en belangstelling en het was voor mij zeer vereerend dat veel van die aandacht mijn werk gold. Een mensch is dan natuurlijk gevlijd en voor mij was het een schoon moment te ervaren dat, ofschoon de meesten hunner het voor de eerste keer zagen, het werd geaccepteerd als zuivere uitingen van kunst.’
Chassidische Legenden
In 1941 maakt Werkman zijn bekendste werk: de Chassidische Legenden. Het zijn twintig druksels, geïnspireerd door ‘Die Legende des Baalschem’ van Martin Buber. Naderhand drukt hij er oplagen van: steeds twintig keer dezelfde voorstelling. In twee mappen van elk tien bladen verschijnen ze als een uitgave van De Blauwe Schuit.

“Mogen dan spoedig betere tijden aanbreken, misschien zien wij elkaar dan wel gauw eens weer.”
(H.N. Werkman, in een brief aan Ate Zuithoff, 6 maart 1945)
